In gedachten verzonken loop ik op een vrijdagavond door de Albert Heijn. ‘Had ik nou toch maar een boodschappenlijstje gemaakt.’ Vol zelfvertrouwen, ik onthoud het wel, ben ik nog snel voor het weekend de laatste inkopen aan het doen. Ik kijk naar mijn boodschappenkar. Er zo van overtuigd dat ik iets vergeten ben. In mijn hoofd loop ik een soort van fictief boodschappenlijstje af. Ineens hoor ik achter mij een hels kabaal. Er sjeest een peuter op een houten loopfiets voorbij. Hij schampt de blikken soep,  zet zich af tegen de schappen en parkeert zijn voorwiel nog net niet tussen de benen van een vakkenvuller.

Igor

Ieeeegggooorrrrr…….Een vrouw van eind 20 jaar schreeuwt naar vermoedelijk haar zoontje. Igor.

Haar mondkapje staat bol van de decibels. Ze passeert mij en mijn boodschappenkar en schreeuwt nog een paar keer. “Igor, kom hier bij mij. Igor, je mag niet zo snel. Igor, als je nu niet rustig doet, mag je niet meer mee. Igor nu bij mij komen anders pak ik je fiets af. Igor, ik heb gezegd dat je mee mocht op je fiets als je goed zou luisteren.”

Matrix

De mensen in de winkel raken geïrriteerd. Ik hoor iemand mopperen: “Wie laat z’n zoon fietsen in een supermarkt?” En een oudere heer: “Kunt u niet wat zachter doen?” Ik moet glimlachen. Nee natuurlijk kan zij niet zachter doen. Deze jonge moeder roept namelijk niet naar haar haar zoon. Ze communiceert naar haar omgeving. Ze zit in de matrix. De matrix is naast een goede film, ook een mentale ruimte van waaruit mensen soms communiceren.

Co-verbaal

Als we mensen observeren zien we dat de lichaamstaal niet altijd gerelateerd is aan de gesproken woorden van een persoon. De lichaamstaal en gesproken taal zijn dan niet co-verbaal. En ondanks dat we zeggen dat er altijd communicatie is, zelfs als we niet communiceren, kan je soms waarnemen dat er in de interactie geen lichaamstaal wordt getoond naar de ander maar wel lichaamstaal naar zichzelf. Mensen gaan naar een bepaalde mentale ruimte. We onderscheiden zes van die mentale ruimtes.

Viswijf

De jonge moeder lijkt te communiceren met haar zoon. Haar non-verbale gedrag, zoals haar geluidsvolume en haar oogrichting (ziet iedereen mij) maakt duidelijk dat zij niet richting haar zoontje, maar richting het publiek om haar heen spreekt. “Beste mede-Albert-Heijn –bezoekers, ik heb mijn zoon onder controle, ik ben een goede moeder, ik voed hem op, ik heb hem gewaarschuwd, dit ligt niet aan mij,…….”.

Communiceren vanuit de matrix zie je vooral veel tijdens politieke debatten. De politieke strijders lijken tegen elkaar te spreken, maar hun boodschap is bedoeld voor het grote publiek.

Communiceren vanuit de matrix beperkt zich niet tot het politieke strijdtoneel, het kan dus ook gewoon op een vrijdagavond in de supermarkt.

Het geschreeuw van de jonge moeder blijft hangen tussen de schappen.

‘Wat een viswijf’ schiet het door mijn hoofd.

En hoppa, ik weet het weer. De kinderen wilde dit weekend graag een pasta met zalm.

Wil jij weten wat de andere 5 mentale ruimtes zijn van waaruit mensen communiceren, stuur me gerust een berichtje.

.